Jinja, de bron van de Nijl
Op vrijdag hebben we een dagje vrij genomen om een weekend naar Jinja te gaan. Een stad drie uur rijden van Kampala af. Op deze plek stroomt lake victoria, het grootste meer van Afrika, over in de Nijl. Met een boottocht gingen we naar de bron van de nijl toe. Onderweg kwamen we ook twee gevangenissen tegen. Deze gevangenissen zijn alleen haast niet beveiligd, vertelde onze gids. De meeste Oegandese kunnen namelijk niet zwemmen, waardoor de gevangenissen op een schiereiland liggen. Toen we weer aan land waren gekomen gingen we naar een resort toe aan de nijl. Enorm vet! Het was echt een paradijs! De aapjes sprongen van de ene boom in de andere en zelfs een glijbaan de Nijl in. Vooral om dat laatste was ik in ieder geval erg enthousiast, dus gelijk heb ik mijn zwembroek aan getrokken en ben ik ervan gegaan. Eerst op mijn rug en daarna op een bordje op mijn buik. Met grote vaart vlieg je van de glijbaan af en na 50 meter glijden op het water zonk je met je bordje naar beneden. Na een lange dag hebben we nog lekker gegeten en spelletjes gedaan in de avond. De volgende ochtend werden we vroeg opgehaald. We gingen namelijk raften in de nijl! Na een rit van 2 uur kwamen we aan bij een apart huisje om eerst een contract te ondertekenen en contant te betalen, want dan was het een stuk goedkoper, waarom is wel te raden. We gingen niet alleen raften, want er gingen nog drie extra kajaks mee, een fotograaf en een aparte raftboot. Als er iets mis ging zaten we dus wel goed. De eerste stroomversnelling moesten we helaas gedeeltelijk aan ons voorbij laten gaan. Achteraf bleek dat toch wel verstandig, omdat het water met enorm geweld naar beneden viel. Toen we wel op het water konden kwamen we gelijk een grote golf tegen die ons omver stuwde. Na een paar seconden onder water kom je weer boven en wordt je meegesleurd door de stroomversnelling. Voor de rest zijn we ook een paar keer succesvol door de versnelling heen gekomen met en zonder boot. De rest van het weekend hebben we nog volop kunnen genieten van alle verhalen tijdens het raften, want wat een ervaring was dit! Na een lange dag raften zijn we met zijn allen van de glijbaan af gegaan om daarna te eten en de finale van het rugby te kijken. Op het resort waren ook een aantal Zuid-Afrikanen die erg fanatiek aan het supporten waren. Uiteindelijk hebben ze ook nog gewonnen, wat de sfeer een stuk beter maakte. De volgende ochtend op zondag waren we naar een Engelstalig kerkje gegaan om de ochtenddienst te bezoeken. Toch wel heel anders dan de kerk waar we normaal naartoe gaan. Hier werd namelijk nog meer gedanst en duurde het ook een stuk langer. Gelijk daarna was ons weekend in Jinja over en reden we weer terug naar de hoofstad. Weer op naar het voetbal morgen.
Laatste dag safari
De derde dag van de safari zijn we naar een ander park gegaan waar ook neushoorns waren. Alleen in plaats van met de auto gingen we lopend. Het was wel iets anders. Doordat er veel stropers achter de neushoorns aangaan en ze voor een lange tijd erg zeldzaam waren blijven er nu altijd rangers bij de neushoorns. Wat het leuk maakte was dat we zo wel wisten waar ze zaten en we ze van erg dichtbij konden zien. Zo stond er een vrouwtje met haar baby op nog geen twintig meter van ons vandaan. Op een gegeven moment, na al verschillende neushoorns te hebben gezien, zei een ranger dat er ergens in de bosjes een python lag. En ja hoor, diep in de bosjes lag een python van vier meter lang. Later bleek dat we weer erg veel geluk hadden, omdat de ranger een python maar in één keer in een paar maanden zag. Na op zaterdag bij te zijn gekomen van de safari ben ik zondag weer naar de wedstrijd geweest. Deze keer moesten ze tegen een wat lastigere tegenstander, waardoor het op een gelijkspel is geëindigd. Voor de rest van de week begint het steeds meer gewenning te worden, in positieve zin. Zo begin ik de spelers, coaches en de kinderen in de wijk steeds beter de kennen. Dat laatste komt doordat sommige kinderen niet naar school kunnen, waardoor de meeste voor hun huis zitten. Meer en meer kinderen beginnen nu dus door te hebben dat ik elke dag rond een bepaalde tijd aankom. Aan het begin was het dan een high five en daarna liep ik weer door, maar nu is het zelfs zo geworden dat steeds meer kinderen met me mee lopen naar het veld toe en als de training af is gelopen ze er ook weer zijn om terug te lopen. Heel erg grappig!
We gaan op safari!
Op safari! Na twee en een halve week Kampala en de projecten ontdekken ga ik al op Safari. En dat in het meest bekende nationale park van Oeganda. Het park ligt aan de
grens van Congo, dus we moeten ook nog een heel stuk naar het oosten toe rijden. En we hebben een heel programma! Maar eerst mijn tas inpakken de avond voor dat we weg gaan. Het is 10 uur savonds
en terwijl ik mijn tas aan het inpakken ben komt er een bericht binnen van Lennie, de begeleider. Nog niet eens een uur geleden zijn er door islamitische rebellen in datzelfde park een aanslag
gepleegd op twee toeristen. Gelijk checken we het nieuws en daar staat al het eerste artikel online. Een echtpaar dat voor hun huwelijksreis op safari was gegaan is samen met hun begeleider
vermoord en daarbij is hun auto in de fik gezet. Heel heftig dat dat zo dichtbij gebeurd en ook geluk dat we nog niet in het park zaten. Maar voor die gedachtes geen tijd, want we moeten gelijk
gaan kijken hoe we alles gaan regelen. De volgende ochtend zou onze begeleider rondbellen naar de verschillende partijen om te kijken wat er mogelijk is en na een uur waren we er al uit. We kunnen
de safari in Queen elizabeth park omzetten naar een safari in het nationaal park murchinson falls. Een park dat ook dicht tegen de grens van Congo ligt, maar in een wat veiliger gebied. De
chauffeur die ons zou brengen kon ons dus alsnog ons ophalen. In plaats van om 7 uur werden we om 1 uur opgehaald en in plaats van naar Queen Elizabeth gingen we naar Murchinson Falls, maar we gaan
op safari! Met 4 andere vrijwilligers uit Kampala en daarbij nog 2 vrijwilligers uit het binnenland gingen we met de busjes op weg naar het nationaal park toe. Met een hoge snelheid scheurden we
door de dorpjes heen. Onderweg werden we nog een keer tegengehouden door de politie die onder andere van ons wou weten wat er in het Queen elizabeth park was gebeurd. Ook kwamen we nog een
omgevallen vrachtwagen tegen aan de rand van een ravijn, waarbij achteraf bleek dat er 4 mensen overleden waren. Na 5 uur rijden kwamen we uiteindelijk wel aan in het park. En voordat we het park
inkonden liepen er al langs en over de straat bavianen. Eerst moesten we ons nog wel melden en dat duurde toch iets langer dan gedacht, maar die tijd konden we wel gebruiken om de apen van wat
dichterbij te zien. Daar hoefden we alleen niet heel veel moeite voor te doen, aangezien er al een baviaan onze kant opkwam. Na lange tijd wachten konden we wel eindelijk het park in. Om naar ons
verblijf toe te rijden moesten we er namelijk al dwars doorheen. En dat begon gelijk goed. Overal waar we keken waren dieren te zien. De meeste dieren die we zagen waren bavianen, impala's en
buffels, maar we kwamen ook al vrij snel olifanten tegen. Vlak langs de weg stond een groep van 12 olifanten. Geweldig om ze van zo dichtbij te zien, daarbij kon ons dak ook open, waardoor het nog
mooier werd. Later zagen we ook al een paar giraffen aan de weg staan. Ook het uitzicht was heel erg indrukwekkend: eindeloze lange grassen met bomen. Na een half uur gestuiterd te hebben op een
onverharde weg, die niet eens weg genoemd mag worden, kwamen we aan in ons verblijf. Gelijk werden we ontvangen met een handdoekje en een sapje. Toen we naar de safaritenten liepen kon je ondanks
de schemering wel nog de Nijl zien die een paar honderd meter van ons verblijf stroomt. Toen we van ons vier gangen diner zaten te genieten kwamen ook de andere twee meiden aan, die een stuk langer
moesten rijden. Uiteindelijk gingen we vrij snel slapen, omdat we de volgende ochtend om 6 uur al vertrokken.
En ja hoor, om 6 uur waren we onderweg, onderverdeeld in twee auto's. Gelukkig had een van ons een camera mee, waardoor ik er ook nog goede foto's aan overhoud. Na
meerdere olifanten en buffels onderweg gezien te hebben konden we na een tijdje nog een dier van de big-5 lijst afvinken. De leeuw! Van zo'n 30 meter zat een groep vrouwtjes en welpjes. Heel erg
vet! En zeker van zo dichtbij! Na een pauze langs de nijl gingen we verder op zoek naar verschillende dieren. Gelukkig hadden we een ranger mee die de goeie plekjes wist te vinden. Na lang turen in
verschillende bomen kwamen we namelijk al de eerste luipaard tegen. Deze was met de verrekijker alleen haast niet te zien. Uiteindelijk sprong hij wel uit de boom, waardoor we toch een duidelijk
beeld hadddn. Even later kwamen we er nog één hoog in de boom tegen. Deze was echter nog lastiger te zien. Na een kwartier lang turen vonden we hem namelijk pas toen die weer begon te bewegen. Na
de safari, waar we ongeveer elk soort die we konden zien hebben gezien, gingen we met de boot varen naar de waterval toe. Ook dit was erg leuk om te doen. Tijdens de heenreis kwamen we meerdere
nijlpaarden tegen die aan het badderen waren in de nijl en op de terugweg een grote groep olifanten. De boottocht ging naar de murchinson falls die we later op de middag nog van dichtbij zouden
gaan zien. Na de boottocht gingen we lunchen om vervolgens met de auto naar de murchinson falls te rijden. Dat bleek uiteindelijk nog reusachtiger dan gedacht, iets dat we zeker niet hadden moeten
missen! In de avond reden we weer door het park heen naar ons verblijf om vroeg te gaan slapen voor de volgende ochtend.
De eerste wedstrijden kijken
Dit weekend heb ik zaterdag training gegeven en zondag gecoacht bij de wedstrijden. Dit omdat ik aankomende woensdag op safari ga en er dan niet bij kan zijn. Op zaterdag begonnen we de dag met een ontbijt bij een café dicht bij ons appartement. Na het late ontbijt ben ik op een boda boda gestapt om naar het voetbalveld te gaan.. Ik begon met de training van de onder 12. Zij trainen en spelen buiten de vakanties om op zaterdag en zondag, omdat doordeweeks de meeste tot zo’n 5 à 6 uur op school zitten. Na de onder 12 trainde ik zoals gewoonlijk weer de oudere jongens, die elke dag vanaf 5 tot half 7 trainen. De volgende dag, op zondag, ging ik na de kerk naar de wedstrijden. Heel erg leuk, omdat een wedstrijd toch altijd wel anders is. In de ochtend speelden de jonge jongens en meiden, dus toen ik het veld op stapte stormden gelijk iedereen naar me toe om me een knuffel te geven. Erg mooi om te zien.. Wat mij opviel was dat ze allemaal erg goed konden voetballen en ook snapte hoe ze moesten spelen. Zo was er niemand die voor eigen succes ging. Om 2 uur was de wedstrijd van de oudere jongens. Tot nu ging het niet heel erg goed. Ze stonden namelijk laatste, maar gelukkig ging deze wedstrijd al een stuk beter. Na de eerste helft stonden we namelijk al met 4-1 voor. Uiteindelijk ging het de tweede helft wel iets minder, maar hebben we alsnog met 4-3 kunnen winnen. Een goed begin!
Een voetbalcompetitie organiseren
Al snel raak ik steeds meer gewend aan het land en de projecten. Vooral bij het Sokolo Football project ben ik al van alles aan het doen. Dinsdag toen het opeens heel hard begon te regenen zijn we namelijk naar het clubhuis gegaan en hebben we daar van alles besproken. Over een week gaan we bijvoorbeeld het veld gelijk gaan maken in plaats van een training, omdat het veld enorme bulten heeft waar niet op valt te spelen. Raymond heeft ook aan mij de organisatie van de competitie voor de junioren gegeven. Dat is een competitie voor de leeftijden onder 9, onder 12 en onder 14. Elke woensdag voor de onder 9 en 12 en donderdag voor de onder 14 komen 10 teams in de vakantie bij elkaar samen voor de wedstrijddag. Dat betekent dat ik het programma, de regels, de veldindeling, de kosten en brieven ga maken. Een hele onderneming en zeker met het idee dat er op een dag 200 kinderen bij elkaar komen en 30 wedstrijden worden gespeeld. Voor de rest heb ik een duidelijk overzicht gekregen wat de rest van de plannen zijn. Binnenkort komt er bijvoorbeeld ook een Computer hub. Raymond wil dan in een kantoortje naast het clubhuis computerles gaan geven aan kinderen van de community., omdat ook in Oeganda het werken met een computer steeds belangrijker wordt. Bovendien kan het ook voor wat inkomsten zorgen, door geld te vragen aan mensen voor het gebruik ervan of computerles aan scholen te geven. Bij Edgars Youth program is het wel nog wat meer zoeken, omdat het momenteel eigenlijk alleen maar voetbaltraining aan scholen is. Als het goed is kon ik binnenkort nog wat ernaast doen, maar dat zie ik dan wel in de loop van volgende week. Voor de rest wordt ook het leven hier steeds meer normaal, al wordt het gelukkig nooit helemaal normaal, maar steeds meer raak ik aan dingen gewend. Zo is het nu niet meer een verrassing als er iemand over de snelweg loopt, aangezien dat overal gebeurd. Ook voor een hoop andere dingen geldt dat wel hetzelfde. Ook begin ik hier steeds meer mensen te kennen. Voor de ritjes naar werk heb ik een vaste boda boda, we hebben een vast café waar we voetbal kijken en iemand waar we vaak eten halen. Het leuke daaraan is dat je heel makkelijk een praatje kan maken en zo ook de mensen en de cultuur steeds beter leert kennen. Ook gisteravond zijn we weer met de groep vrijwilligers naar het vaste café geweest om het Nederlands elftal te kijken, dus oranje shirtjes aangetrokken en hard het volkslied meegezongen. Want ja, we blijven toch Nederlanders!
Independence day
Vandaag was het Independence day. Het is 61 jaar geleden dat Oeganda onafhankelijk is geworden. In de kerkdienst van gister werd daarom al het volkslied gezongen. Dat betekent ook dat de meeste mensen vrij zijn vandaag. Ik had vanmorgen dan ook met iemand van Edgars Youth program afgesproken om te praten over wat ik naast het voetbaltraining geven kan doen. Toen ik daar aankwam was er alleen niemand en moest ik wat improviseren om te doen. Eerst ben ik naar een grote kerk gegaan, waar ik muziek vandaan hoorde. Daar had de boys brigade een bijeenkomst. De boys brigade is een oorspronkelijk christelijk militaire organisatie die veel activiteiten organiseert vertelde een jongen die me mee naar binnen bracht. Daarna ben ik naar een bekende taxiparkeerplaats gegaan, waar enorm veel taxi’s geparkeerd staan en naar het independence monument. Ik verbaasde me alleen dat er haast niemand stonden. Er stonden wel twee jongens die graag een paar foto’s en filmpjes met me wouden maken, wat heel erg grappig was. Om één uur had ik een afspraak met Raymond van de Sokolo academie. Hij vertelde me wat er allemaal op de planning stond voor de komende maanden en wat ik kon organiseren. Het verraste me echt hoeveel hij allemaal in zijn eentje doet. Zo hebben ze twee eigen competities voor de oudere jongens en de kinderen, is er een meidencompetitie, komt er een kamp en gaat hij zelfs computerles geven. Daarna heb ik voor het eerst de onder 12 getraind. De leeftijd die ik ook langere tijd heb getraind en dat ging ook erg goed. Halverwege begon het wel heel hard te regenen, waardoor we allemaal erg snel naar het clubhuis renden om daar te schuilen. Dat was echt een hele ervaring! We hebben daar een half uur gezeten en ondertussen heb ik veel vragen beantwoord en hun Nederlands geleerd. Toen het was gestopt met regenen gingen we nog het partijtje doen, waar je echt zag dat ze allemaal heel goed kunnen voetballen(zeker op zo’n veld).
Naar de kerk
Vanochtend ben ik met een aantal andere christelijke huisgenoten naar de kerk gegaan. Op verzoek van onze buurvrouw gingen we naar de Watoto church, waar zij ook bij zit. De dienst leek erg op een evangelische dienst in Nederland. Toch waren er wel wat dingetjes anders. Zo stroomden de meeste mensen pas na het begin van de dienst binnen en was het, zoals verwacht, allemaal wat losser. In Oeganda gelooft, in tegenstelling tot Nederland, vrijwel iedereen in God. Toen ik op de eerste dag aan mijn taxichauffeur ook vertelde dat er in Nederland veel mensen zijn die niet in God geloven lachte hij in barsten uit. Voor mensen hier is dat helemaal onbegrijpelijk. In Oeganda is meer dan 80 procent van de mensen christen en dat merk je ook. Bijna overal waar je kijkt staan christelijke teksten, plaatjes en sprekers. Een paar voorbeelden: Naast ons appartement is een bedrijf dat ‘’God is good investments`` heet en na een voetbaltraining wordt er vaak gebeden. Maar ook zijn er vooral Bijbelse namen, op de busjes en bodabodas staan bijbelteksten, langs de straat staan sprekers en veel mensen hebben een ketting met een kruis om. Kortom, het geloof speelt een erg grote rol in hun levens. Dat is zeker in vergelijking met Nederland een erg groot verschil en heel mooi om te zien en mee te maken. Na de kerk hebben we uitgebreid geluncht en daarna een middagje rustig aan gedaan met spelletjes.
Mountainbiken en heel veel kinderen
Vandaag stonden we vroeg op om op een eiland aan de overkant van Kampala te gaan mountainbiken. Bij aankomst gingen we met de boot naar het eiland. Tijdens de tocht hadden we twee gidsen mee die ons over van alles konden vertellen. Onze eerste stop was bij een familie. Daar mochten we allerlei soorten fruit proeven. Zo waren de cacaobonen verrassend fruitig en ook het jackfruit dat zo uit de boom werd gekapt was heel zoet. Het gezin waarvan we al het fruit mochten proeven bestond uit 9 kinderen, wat niet eens heel gek is in Oeganda. Overal waar je komt zie je namelijk kinderen. Zeker in vergelijking met Nederland, waar er veel minder kinderen worden geboren en jonge kinderen ook weinig buiten zijn is dat een enorm verschil. Aan de straat, tijdens de voetbaltraining, voor de krotten, werkelijk overal zijn kinderen. Ook het uitzicht tijdens de rit was erg mooi door het meer, samen met de uitgestrekte grassen en de groene bossen. Onderweg kwamen we ook nog apen tegen. Erg onwerkelijk allemaal! Verderop in een dorpje stopte we voor de tweede keer. Gelijk toen we daar aankwamen renden de kinderen al achter ons aan. De kinderen vinden iets al heel snel erg leuk. Zo gooiden we een balletje over en wanneer iemand dan de bal niet goed ving lagen ze al gelijk in een deuk. Ook gingen we op muziek Nederlandse muziekjes zingen. Zo draaiden we het vliegerlied, de macarena en zelfs van links naar rechts. Op de terugweg wouden we met de mannen nog wat uitdaging bij het mountainbiken, dus konden we nog over een slopend parcour gaan. De gids, die blijkbaar ook lang als professioneel hockeyer in Nederland had gewoond, wist dat er bij een restaurant dichtbij bitterballen werden geserveerd en dat wouden wij natuurlijk wel uitproberen. Uiteindelijk leek het niet helemaal op bitterballen, maar was het idee leuk en smaakte het erg goed!